Pasta

Pasta

In mijn schoonfamilie noemen ze het pâtes, of toch bijna. Ze bedoelen hetzelfde, maar ze zeggen paa-tes, met een doffe ‘e’ aan het eind – ik vermoed (en hoop) dat men slechts in een beperkt aantal West-Vlaamse gemeenten een dergelijke variant van de Franse verbastering gebruikt.

Kookt men paa-tes, zo geloof ik het althans, bedoelt men eigenlijk de pasta als bijgerecht (“Wat eten we met de scampi’s? Paa-tes”). Dat kan inderdaad spaghetti zijn, maar als men ‘spaghetti’ zegt (als in: “Wat eten we vanavond? Spaghetti”) bedoelt men eigenlijk de Vlaamse spaghetti bolognaise.

Merkwaardig genoeg zegt men dan wel ‘spaghetti’, maar kiepert men eigenlijk cappellini in de kookpot. Doch dit volledig terzijde – ik vermoed (en hoop) dat dit niet alleen beperkt is tot enkele West-Vlaamse gemeenten, maar ook echt tot mijn schoonfamilie, want men moet het de niet-West-Vlaming toch niet al te moeilijk maken.

Pasta dus. Wij serveren het in het Noencafé en één van de geneugten des horecalevens is de gigantische kookpot (Obelix zou een kinderdood gestorven zijn) uit de stockruimte halen om tientallen porties bolosaus te gaan bereiden.

De hoeveelheid benodigde groenten is immens en vervult deze hobbykok met ontzag wanneer de geleverde kisten daar zo mooi opgestapeld op hun gesneden lot liggen te wachten. En ook met frisse tegenzin, want hemeltjelief, is me dat een hoop werk.

Heb je ook met horeca: de geleverde groenten zijn een pak extremer (frisser, verser, groter) dan hun minder uit de kluiten gewassen soortgenoten die de gewone sterveling in de supermarktrekken gewoon is.

Het avontuurlijkste is de selder. De twee-tinten-groenachtige lacht me toe met zijn ontplofte afrokapsel. Met mijn machete hak ik me een weg door het loofbos, op zoek naar de sappige stengels. De gootsteen vult zich met groen afval en puilt weldra uit van het seldergroen. “Ik ga een extra vuilzak nodig hebben”, zeg ik beteuterd luidop terwijl ik aan de corresponderende stadstaks voor vuilzakken denk.

Ter info: de bodem van de pot is dan nog steeds in zicht. Zo groot is dat gevaarte.

Als uren later alles uitgeprutteld en -gesudderd is, kijk ik opnieuw in het kookbassin dat de helft van mijn gasfornuis inneemt – ik moet op mijn tenen staan en heb net geen trapje nodig – en met mijn neus besnuffel ik het resultaat.

Ziedaar de oorsprong des levens. Vergeet de oerknal, vergeet Adam en Eva, vergeet de bloemkool: alles wat leven is, stamt uit deze kookpot gevuld met pastasaus.

Ik heb er honger van gekregen.

Beeld: de tot de verbeelding sprekende Timpano uit de film ‘Big Night’.



Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *